Monogamie of nie’?

Tijden veranderen en daarmee alles.

Het patriarchale tijdperk loopt op zijn eind.
Het presteren, doen, binnen de lijntjes kleuren op elk gebied, wordt steeds meer in vraag gesteld. En gelukkig zijn er ook steeds meer mensen die bestaande grenzen proberen op te rekken of er simpelweg met een stormram tegenaan beuken. Hoewel ik niet geloof dat dat laatste zal helpen, hebben we de mensen die de stormram hanteren wel nodig. Niet omdat alles wat vroeger was, slecht zou zijn. Integendeel. Ik geloof dat we het oude dienen te eren. Het is ons fundament voor onze toekomst, die surtout anders dient te zijn dan het verleden.

Ik gaf er een paar jaar geleden een lezing over, maar ik neem je even terug mee in de tijd.
Het patriarchaat, wat we stilletje zijn aan’t achterlaten, was ooit het antwoord op het matriarchaat.
De tijd waarin het vrouwelijke principe verheerlijkt werd en ‘aan de macht was’.
Ikzelf verheerlijk dat tijdperk niet, want alles wat doorschiet, verliest het midden. En heelheid, ontstaat nu eenmaal in het midden.

De materialisatie van het patriarchaat zagen we zijn top bereiken tijdens de middeleeuwen.
De rondtrekkende mens was zich al langer gaan vestigen in dorpen. Die dorpen werden steden en daarrond werden hoge muren opgetrokken.
Van de gemeenschap, de samen, gingen we plots naar jij bent jij en ik ben ik.
‘Jij en ik’ woonden in deze stad en ‘de anderen’ woonden in de andere steden. Hadden we niks mee te maken. En daarin… zat onze ‘samen’.
Het leven werd voor een groot stuk gedepersonaliseerd. Iemand werd iets. En mijn ‘ik ben’ werd stilaan steeds meer ‘afgemeten aan wat ‘ik heb’. Bezit werd belangrijker dan identiteit. Onze kracht verschoof. En dat is logisch. Want als de verbinding met de ander, de gemeenschap verdwijnt, waar haal ik dan nog mijn ‘ik-waarde’? Juist, aan wat ik ‘heb’ (verwezenlijkt).

Rond ‘mijn bezit’ werden er ook paaltjes geplant. Dit is van mij en dat is van jou. Nog meer afscheiding. En om mijn bezit te beschermen was er nu eenmaal een vorm van controle nodig. Wetten waaraan iedereen werd onderworpen.

Naast grond en vee werd na een tijd ook de partner tot eigendom gerekend en daaruit voorvloeiend de kinderen, om de simpele reden dat mijn bezit (grond, vee, …) en mijn verwezenlijkingen, moesten kunnen overgedragen worden aan ‘mijn’ bloed, mijn nakomelingen, om de afscheiding in stand te houden.

Et voila, de jacht op de prins(es) op het witte paard was geopend!
Want, om te garanderen dat mijn nakomeling ook wel degelijk mijn vlees en bloed waren, werd er ook hier ‘controle’ gehouden. Het ‘liefhebben’ en de seksualiteit werd aan banden gelegd. Wij, hier en nu, in deze tijd, hebben al heel vroeg geleerd dat dit de normale manier van liefhebben is.
We leggen een soort van ‘claim’ op de ander. 1 ander.
Want als we onszelf kunnen verzekeren dat die andere ‘ik’ ‘van ons’ is, dan hoeven we de leegte in onszelf niet te voelen. De leegte als gevolg van het gemis van de samen, die er van nature is in onze verbinding met de gemeenschap, de ‘grotere’ familie. De gemeenschap die we lang geleden zijn verloren en daarmee ‘en fond’ de verbinding met ons zelf, onze ware identiteit die gevormd werd in ons verleden, het verleden van de gemeenschap. Het grotere geheel dus.

Zet dat tegenover ‘die ene’ perfecte partner vinden, dan zou je dat kunnen zien een traumarespons op het verlies van iets essentieels, onze eigen essentie. Ontworteling kan je het noemen.
Dus door de monogamie, het huwelijk met 1 persoon binden we ons aan elkaar.
Een substituut voor de veel diepere verbinding mogelijk wanneer er bewegingsvrijheid is, gedragen door de gemeenschap.

Waar binding is, is er namelijk angst. Angst voor verlies, van de ander, van bezit, van ons gevoel ‘erbij te horen’ met als fundament, de angst om ‘alleen te zijn’ terwijl we onze ik-kracht zijn verloren in het bezitten van …
De oorspronkelijke wonde, waar we al eeuwen omheen draaien en van weglopen… ze begint langzaam als een etterende wonde open te gaan omdat ze geheeld wil worden.

Kortom; de angst om ‘alleen te zijn’ is dé basis voor ons kapitalistisch systeem, volgens een socio-economisch model, gericht op afleiding, entertainment en verdoving, omdat de spanning op die etterende wonde steeds meer toeneemt.

Het verzacht tijdelijk onze gevoelens van gemis.
Waar het tot voor kort ging om ‘dingen’ te consumeren, gaat het tegenwoordig steeds meer over ‘ervaringen’ consumeren. Een variant als je’t mij vraagt, met hetzelfde effect; Persoonlijk en collectief blijven we lekker aan de oppervlakte rond de pot draaien, maar economisch gezien is het fantastisch wanneer we met zn allen goed consumeren.
En laat ons eerlijk zijn; het is een noodzaak om afleiding te hebben, wil je het leven van alledag, in deze stresserende tijd (die we liefst ‘uitdagend’ of ‘boeiend’ noemen) aankunnen.

Anyway, het wegvallen van gemeenschap maakt ons kwetsbaar, omdat we ons fundament niet meer kennen. We weten zelden nog waar we vandaan komen. We weten zelden nog waarom onze vader de keuzes maakte die hij maakte en waarom onze moeder is zoals ze is.
We weten zelden iets over de jeugd van onze ouders, tantes en nonkels, laats staan van onze grootouders en hun jeugddromen.

Onszelf beperken tot het liefhebben van 1 persoon is een gevolg van, een klein onderdeeltje van het grotere, onnatuurlijke plaatje; jij, ik, die ander, en in het beste geval ‘wij en de anderen’.

Vandaar pleit ik graag in het voordeel van het tijdperk van het open hart. Open naar de wereld, anderen, die tevens mij zijn.
Alleen zo kan ik zelf openstaan voor mezelf in deze wereld en daadwerkelijk een verschil maken ten behoeve van het geheel.
De etterende wonde staat op springen, dat is voelbaar in alles en iedereen, tenzij je écht zwaar verdoofd bent.
En ja, ik begrijp ten volle, dat die beweging als ‘niet normaal’ word ervaren, want dat is ze ook niet.
Ik begrijp ook dat we allemaal in eerste instantie het gevoel zullen hebben te verliezen; liefde, standvastigheid, voorspelbaarheid,…
Maar niets is minder waar.
Want echte Liefde blijft.
Altijd.
Ook wanneer het huwelijk voorbij is, ook wanneer het leven voorbij is. Ik wéét het, omdat ik het zelf zo heb ervaren en nog steeds ervaar.

Volwassen geliefden, houden niet vast aan ‘de uitkomst van de relatie’, ze gaan voor lange-termijn op het niveau van het leven en niet op het niveau van het individu.
Telkens opnieuw de vragen stellen ‘wat wil het leven?’ en ‘wat wil ik?’ (en waarom wil ik dit, want niet zelden is hetgeen we ‘willen’ gebaseerd op angst) brengt ons alvast een heel stuk op weg om het grotere geheel te zien en te voelen.
Wanneer de ander dan gelukkig is, ervaar je dat zelf ook.
Omdat het mag, kan je verbinden.
Wanneer het niet mag, is er geen gunfactor. Dat is geen ‘lelijke kant’ van jezelf, dat is het subtiele verschil voelen van welkom te zijn in een relatie, of niet. Ten volle er mogen zijn. Je meerwaarde mogen leven en inbrengen, zodat er volledige openheid kan zijn. Inclusie van alles wat er is en dat mogen leven.

Dàt… is the real deal. Dàt…. maakt mensen krachtig. Dàt is het verschil tussen de would-be-ers en de be-ers. Dàt… maakt het geheel zoveel meer dan de som der delen.

Wat heb je nodig?
Moed. Eerlijkheid naar jezelf. Denken in mogelijkheden. De wil om te verbinden met je potentieel en niet settelen voor de helft.

Ik heb geen kinderen om me achter te verschuilen. Ik kan voor mezelf onmogelijk voor minder gaan, omdat ik anders, naar mezelf niet kan verantwoorden wat ik hier in hemelsnaam kom doen.

Een wereld waarin liefde weer is toegestaan, in al haar bestaansvormen er weer gewoon mag zijn, waar iedereen erbij hoort, diepe verbondenheid en seksuele vervulling kan ervaren, zonder dat het ene beter is dan het andere, of rondgebazuind moet worden ‘hoe ik het doe’… waar alles gewoon mag zijn onder de vlag van liefde in plaats van onder de mantel der liefde waarbij de kerk in het midden wordt gehouden en de dagen aanééngerijgd worden van compromissen waarbij er altijd minstens 1 partij ontevreden is.

De maatschappij verandert pas écht wanneer de verandering van onderop ontstaat. En ontstaan zal ze. De natuurlijke beweging van het leven, evolutie genaamd, kan je tegenwerken, maar nooit of te nooit tegenhouden.
En die verandering begint aan de keukentafel en in bed. Thuis.
Wanneer daar geleefd en getoond mag worden wat er sowieso is, dan zijn we een heel stuk op weg. Het maakt dan niet uit van wie je houdt, van hoeveel mensen je houdt en hoe je die liefde vormgeeft. Liefde geeft namelijk zichzelf vorm, ook als ze niet geleefde mag worden. Al de verboden liefdes in onze voorouderlijnen zijn misschien niet geleefd, maar ze waren er. Stilzwijgend waren ze er. En ze waren talrijk! Liefde laat zich niet inperken. Want liefde… is overvloed.

En wanneer we liefde leven… dan leven we die overvloed. Wanneer we die thuis kunnen vormgeven, veranderen we mee de samenleving, voor alles en iedereen met ons en na ons. Ook als je geen kinderen hebt 🙂

In opstellingen maken we de juiste beweging, zodat je kan leven wat er is 🔥

There’s sooo much beauty & love in the heart of the beast 🐉